SV | En hij maakte daartoe vier pilaren van sittim[hout], die hij overtrok met goud; hun haken waren van goud, en hij goot hun vier zilveren voeten. |
WLC | וַיַּ֣עַשׂ לָ֗הּ אַרְבָּעָה֙ עַמּוּדֵ֣י שִׁטִּ֔ים וַיְצַפֵּ֣ם זָהָ֔ב וָוֵיהֶ֖ם זָהָ֑ב וַיִּצֹ֣ק לָהֶ֔ם אַרְבָּעָ֖ה אַדְנֵי־כָֽסֶף׃ |
Trans. | wayya‘aś lāh ’arəbā‘â ‘ammûḏê šiṭṭîm wayəṣapēm zâāḇ wāwêhem zâāḇ wayyiṣōq lâem ’arəbā‘â ’aḏənê-ḵāsef: |
En hij maakte daartoe vier pilaren van sittim[hout], die hij overtrok met goud; hun haken waren van goud, en hij goot hun vier zilveren voeten.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En hij maakte daartoe vier pilaren van sittim[hout], die hij overtrok met goud; hun haken waren van goud, en hij goot hun vier zilveren voeten.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!